BELEGERING DER STARCKE STADT GROLLE
HOOFDSTUK VI

BESCHANSEN


Omdat inmiddels bekend was geworden dat graaf Hendrik van den Berg met een ontzettingsleger op weg naar Grolle was, ging het Staatse leger zich in hoog tempo verschansen.Dat men van de noodzaak van verschansingen overtuigd was blijkt wel uit het volgende citaat:

"...'s Anderendaegs nae dat men voor de Stadt gekoomen was, heeft men begonnen 't leegher te beschansen, zonder dat zich zeifs of Ooversten of Kolonellen 't werken ontzaegen..."

Men was begonnen met het graven van de schansen: de eerste achter het kwartier van de prins "...ter plaetsen daer d'aerde opwaerts rees...". Bedoeld wordt de in 2002 gereconstrueerde Engelse schans, die op een uitloper van het Winterswijks plateau ligt. Deze schans wordt buiten de circumvallatielinie aangelegd. De natuurlijke hoogte moest, ter bescherming van het kwartier van de prins, in Staatse handen blijven. De andere schansen liggen tussen het kwartier van de prins en het kwartier van graaf Ernst van Nassau: de Franse schans. Tussen de kwartieren van graaf Ernst van Nassau en admiraal Willem van Nassau liggen achtereenvolgens de Friese schans, de schans Altena en de Hollandse schans.
Tussen de kwartieren en de schansen lagen vele redoutes; vierkante verdedigingswerken.

"... de schansen en reduyten hadden hunne grachten en in de grachten paelen. Om alle deese aen den anderen te hechten wierdt gelegt een doorgaenden dijk bij naer in de ronte."


Overzicht van de belegering van Grolle op een kaart uit de Stedenatlas van Blaue.

Dag en nacht wordt er door 8.000 schansgravers en soldaten gewerkt zodat al na één week(!) de gehele insluitingslinie voltooid is, hoewel ze later wel voortdurend versterkt werd.
Zo wordt in zeer korte tijd een insluitingslinie om Grolle gerealiseerd die met recht 'een vesting om een vesting' genoemd mag worden.


VORIGE HOOFDSTUK VOLGENDE HOOFDSTUK